Herinvesteer op tijd
Als u in 2013 een bedrijfsmiddel heeft vervreemd en de boekwinst heeft gedoteerd aan de herinvesteringsreserve, moet u nog dit jaar een herinvestering doen. Als u dat nalaat, valt de herinvesteringsreserve in beginsel vrij in de winst. U moet daarover dan belasting betalen. Als de aanschaf van het nieuwe bedrijfsmiddel is vertraagd door bijzondere omstandigheden, kunt u de Belastingdienst verzoeken om de driejaarstermijn te verlengen. Daarbij geldt als voorwaarde dat u kunt aantonen dat een begin is gemaakt met de herinvestering.
Tip! Het herinvesteringsvoornemen is een belangrijke eis voor het aanhouden van een herinvesteringsreserve. Leg uw herinvesteringsvoornemen vast in een schriftelijk stuk en doe dit aan het eind van ieder jaar totdat de herinvestering plaatsvindt.
Wacht met verkoop van investering uit 2012
Wilt u bedrijfsmiddelen verkopen die u in 2012 heeft aangeschaft en waarvoor u investeringsaftrek heeft toegepast? Het kan dan aan te raden zijn de verkoop uit te stellen tot begin 2017. U moet namelijk een deel van die aftrek terugbetalen via de desinvesteringsbijtelling, als de vervreemding plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar waarin u de investering deed én de waarde van die bedrijfsmiddelen gezamenlijk hoger is dan € 2.300.
Verlies KIA niet
Als u van plan bent dit jaar nog te investeren in bedrijfsmiddelen, houd er dan rekening mee dat de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) vervalt bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van meer dan € 311.242 (bedrag 2016). Overweeg uitstel tot in 2017 bij mogelijke overschrijding van dit bedrag.
Vorm voorziening voor uitgaven in 2017
Verwacht u in 2017 bepaalde (grote) uitgaven te doen, dan kunt u nu alvast de fiscale winst over 2016 drukken door een voorziening te vormen. Maar u mag alleen een voorziening vormen voor toekomstige uitgaven die hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in 2016 of eerder. Bovendien moeten de feiten en omstandigheden zijn toe te rekenen aan dat jaar. Ten slotte moet redelijk zeker zijn dat u de uitgaven zult maken.
Stel winstneming uit
Als u een deel van de fiscale winst kunt uitstellen tot 2018, bijvoorbeeld door pas in dat jaar een bepaalde transactie uit te voeren, kunt u vennootschapsbelasting besparen. In 2018 wordt namelijk de eerste schijf van de vennootschapsbelasting (20% tarief) verlengd van € 200.000 naar € 250.000.
Bevries tijdig uw PEB
In 2017 wordt de fiscaal gefacilieerde opbouw van pensioen in eigen beheer (PEB) beperkt. Als u niet tijdig bent gestopt met het opbouwen van PEB, moet u belasting en revisierente betalen over de gehele pensioenvoorziening. U bent in ieder geval op tijd als u vóór 1 april 2017 de nieuwe pensioenaanspraken vastlegt. Over dit onderwerp ontvangt u een aparte informatiebrief indien u pensioen in eigen beheer heeft opgebouwd.
Let op! Deze regeling geldt niet voor stamrechten, lijfrentes en oudedagsreserves.
Bespreek afkoop PEB met partner
In de jaren 2017, 2018 en 2019 krijgt u de mogelijkheid om het verschil tussen de commerciële waarde en fiscale waarde van uw pensioen in eigen beheer (PEB) belastingvrij af te stempelen. Daarnaast kunt u de fiscale waarde van uw pensioen afkopen. Daarbij mag u in de genoemde jaren een korting van de fiscale waarde van de pensioenaanspraak toepassen. Met fiscale waarde wordt in beginsel bedoeld de waarde op de eindbalans van het boekjaar dat eindigde in 2015. Afkoop is echter uitsluitend mogelijk met toestemming van de partner.
Onderzoek oudedagsverplichting
In plaats van afkopen kunt u in 2017, 2018 of 2019 uw pensioen in eigen beheer (PEB) omzetten in een zogenaamde oudedagsverplichting. U hoeft dan niet af te rekenen, maar verkrijgt een recht op belaste uitkeringen in de toekomst. Of deze omzetting voordelig is, hangt onder meer af van uw leeftijd en uw box 3-vermogen. Ook het omzetten van het PEB in een oudedagsverplichting is echter alleen mogelijk met toestemming van de partner.
Haal extern pensioen terug naar B.V.
Heeft u een deel van uw pensioen in eigen beheer (PEB) extern ondergebracht bij een verzekeraar? Dan kunt u in tot 1 april 2017 nog de waarde van het extern verzekerde pensioen zonder belastingheffing naar het eigenbeheerlichaam overhevelen. U moet dit pensioen wel als dga hebben opgebouwd.
Start in 2017 met innovatie
Bent u van plan een B.V. op te richten om daarmee speur- en ontwikkelingswerk (S&O) te verrichten? Dan is het beter daarmee te wachten tot 2017. Vanaf 1 januari 2017 mag de B.V. namelijk desgewenst uw loon vaststellen op het wettelijke minimumloon. Deze faciliteit staat alleen open voor werkgevers die voor de toepassing van de S&O-afdrachtvermindering kwalificeren als starters. Voor deze kwalificatie is onder meer vereist dat de werkgever één of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen inhoudingsplichtige was voor de loonbelasting.
Verricht zelf innovatiewerk
Voor boekjaren die op of na 1 januari 2017 beginnen, worden de voorwaarden voor het toepassen van de innovatiebox verscherpt. Men mag dan namelijk de innovatiebox alleen toepassen op kwalificerende voordelen. Het gaat hier om voordelen uit immateriële activa die voortkomen uit speur- en ontwikkelingswerk (S&O) waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven (S&O-activum). De hoogte van de kwalificerende voordelen is afhankelijk van de hoogte van de kwalificerende uitgaven.
Handhaving Wet DBA opgeschort
De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) is in werking getreden op 1 mei 2016. Deze wet heeft tot veel kritiek geleid in de uitvoeringspraktijk. Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën besloten de handhaving van de Wet DBA op te schorten tot in ieder geval 1 januari 2018. De kans bestaat dat een nieuw kabinet voor een compleet andere regeling kiest.
Houd de lening met uw B.V. zakelijk
Als uw B.V. een lening aan u heeft verstrekt, is het verstandig na te gaan of die lening nog steeds voldoet aan de zakelijke leningsvoorwaarden. Deze controle is een stuk eenvoudiger als de lening schriftelijk is vastgelegd. Een aflossingsschema is een goed begin van een zakelijke lening. Daarnaast moet een zakelijke rente zijn overeengekomen en u moet zekerheden hebben gesteld. Controleer ook of de overeengekomen afspraken in de leningsovereenkomst ook echt worden nageleefd. Een zakelijke lening kan namelijk door onzakelijk handelen van de betrokken partijen gedurende de looptijd van de lening alsnog een onzakelijke lening worden. De rente of eventueel verlies op zo’n geldverstrekking is dan niet aftrekbaar.
Verlaag de IB door OR-dotatie in 2016
Als u aan het urencriterium voldoet en op 1 januari 2016 jonger was dan 65 jaar plus zes maanden, mag u aan de oudedagsreserve (OR) doteren. Dit verlaagt dan nog de inkomstenbelasting voor het jaar 2016. Deze dotatie bedraagt in 2016 9,8% van uw winst uit onderneming vóór de OR-dotatie, maar maximaal € 8.774. De toevoeging aan de OR is bovendien gemaximeerd tot het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen aan het einde van het kalenderjaar de OR aan het begin van het kalenderjaar te boven gaat. Eventueel kunt u een privéstorting doen in uw onderneming om uw ondernemingsvermogen wat op te krikken.
Voorkom verliesverdamping
Als u nog invloed kunt uitoefenen op de hoogte van de fiscale winst, houd dan rekening met nog te verrekenen verliezen. Het nemen van fiscale winst is aan te raden als u nog een verrekenbaar verlies heeft uit 2007. Voor zover u dit verlies niet kunt verrekenen in 2016, verdampt het per 1 januari 2017.
Debiteur betaalt niet? Vraag btw terug
Met ingang van 1 januari 2017 kunt u de btw op oninbare vorderingen eerder en sneller terugvragen bij de Belastingdienst. Onder de nieuwe regeling verkrijgt u als crediteur uiterlijk één jaar (nu twee jaar) na het opeisbaar worden van een vordering recht op teruggaaf. Ook hoeft u niet langer een separaat teruggaafverzoek in te dienen, maar kunt u het bedrag van de teruggaaf in mindering brengen op de periodieke btw-aangifte. De termijn van één maand blijft wel bestaan. Dat betekent dat u de btw-teruggaaf binnen één maand na afloop van het tijdvak waarin duidelijk is dat uw factuur niet meer betaald zal worden in de aangifte moet verwerken. Als de oninbare vordering op een later tijdstip alsnog wordt betaald, moet u de eerder op de aangifte in mindering gebrachte btw opnieuw op aangifte voldoen.
Op grond van overgangsrecht worden vorderingen die vóór 1 januari 2017 al opeisbaar zijn, als oninbaar aangemerkt op 1 januari 2018, voor zover het verschuldigde bedrag op die datum nog niet is ontvangen. Wanneer het eerder, in de loop van 2017, al duidelijk is dat dergelijke vorderingen oninbaar zijn, ontstaat al op dat moment het recht op teruggaaf.
Debiteur: betaal btw tijdig terug
Wanneer een afnemer de factuur niet betaalt, moet hij een correctie toepassen voor de terugbetaling van de btw die hij in aftrek heeft gebracht. Die correctie moet onder de huidige regeling plaatsvinden bij het verstrijken van twee jaar na het opeisbaar worden van de vordering, voor zover deze dan nog niet is betaald. Met ingang van 1 januari 2017 moet de correctie plaatsvinden binnen één jaar. Dit geldt voor alle vorderingen die vóór 1 januari 2017 opeisbaar zijn geworden en nog niet zijn betaald.
Houd rekening met verruiming begrip ‘bouwterrein’
Het begrip bouwterrein in de Wet omzetbelasting wordt per 1 januari 2017 verruimd. Per die datum is sprake van een bouwterrein als uit de beoordeling van alle omstandigheden blijkt dat het terrein daadwerkelijk bestemd is om te worden bebouwd. Daarbij wordt ook de intentie van partijen meegenomen, mits deze met objectieve gegevens (zoals een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit) kan worden onderbouwd. Door deze verruiming is eerder sprake van een levering van een bouwterrein die belast is met btw, maar vrijgesteld van overdrachtsbelasting.
Vraag EU-btw over 2016 terug
Als u in 2016 btw heeft betaald in een ander EU-land en deze nog niet heeft teruggevraagd, kunt u alsnog een teruggaafverzoek indienen via het elektronisch portaal bij de Nederlandse Belastingdienst. U moet dit wel uiterlijk 30 september 2017 doen.
Benut de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling volledig
De vrije ruimte is 1,2 % (cijfer 2016 en 2017) van de fiscale loonsom. Heeft u vrije ruimte over? Benut die bijvoorbeeld voor het kerstpakket. Bekijk ook alvast of u in 2017 rekening moet houden met extra werkkosten ten opzichte van het afgelopen jaar.
Let op de aanzegtermijn
Zijn er tijdelijke contracten die begin 2017 aflopen, bedenk dan nu al of u wilt verlengen en of u in 2016 nog moet aanzeggen. Sinds begin 2015 moet u namelijk een werknemer met een tijdelijk contract van zes maanden of langer minimaal een maand voorafgaand aan de einddatum van een arbeidsovereenkomst schriftelijk meedelen of het contract al dan niet wordt verlengd en onder welke voorwaarden. Doet u het niet of te laat, dan kan de werknemer een schadevergoeding van maximaal een bruto maandsalaris eisen.
Let op nieuwe CO2-uitstootgrenzen
De zeven bijtellingscategorieën voor het privégebruik van de auto van de zaak worden met ingang van 1 januari 2017 teruggebracht naar drie categorieën (4%, 22% en 35%). De bijtelling van 4% blijft gehandhaafd. Het algemene bijtellingspercentage wordt verlaagd van 25% naar 22%. En voor auto’s die meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen, blijft de bijtelling van 35% gelden.
CO2-grenzen | Bijtelling 2016 | Bijtelling 2017 |
0 g/km | 4% | 4% |
1 – 50 g/km | 15% | 22% |
51 – 106 g/km | 21% | 22% |
> 106 g/km | 25% | 22% |
Koop in 2016 nog een plug-in hybride
Wilt u een nieuwe plug-in hybride met een CO2-uitstoot van 1 t/m 50 gram? Dan is het verstandig om dit voor 31 december 2016 te regelen. Voor auto’s met een datum van eerste toelating op de weg van uiterlijk 31 december 2016 geldt namelijk gedurende 60 maanden de lagere bijtelling van 15%. Wacht u tot 2017, dan geldt 60 maanden lang een bijtelling van 22%. De periode van 60 maanden begint overigens te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin de auto voor het eerst op naam is gezet in het kentekenregister.
Reguliere auto kopen? Wacht tot 2017
Gaat u niet mee in de hype en kiest u liever voor een nieuwe milieuonvriendelijke auto? Dan is het verstandig om de aankoop uit te stellen tot 2017. Voor auto’s met een datum van eerste toelating op de weg van uiterlijk 31 december 2016 geldt per 1 januari 2017 namelijk de bijtelling van 25% in plaats van de lagere bijtelling van 22%.
Geef privégebruik auto aan in uw aangifte
U kunt alle in 2016 in rekening gebrachte btw op de aanschaf, onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto in aftrek brengen, zolang de auto wordt gebruikt voor belaste omzet. Heeft u de auto dit jaar ook voor privédoeleinden gebruikt, dan moet u voor dit privégebruik een correctie toepassen in uw laatste btw-aangifte. U kunt hiervoor gebruikmaken van de forfaitaire regeling, waarbij u uitgaat van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm). Voor auto’s die vijf jaar, inclusief het jaar van ingebruikname, in de onderneming zijn gebruikt, mag u een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) toepassen.
Schenk vrijgesteld aan kinderen
Doet u nog vóór 1 januari 2017 een schenking aan uw (klein)kinderen, dan kunnen zij gebruikmaken van de jaarlijkse vrijstelling van € 5.304 (kinderen, bedrag 2016) of € 2.122 (algemene vrijstelling, bedrag 2016). Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt daarnaast een eenmalige vrijstelling voor schenkingen van € 25.449 (bedrag 2016) of zelfs € 53.016 als het een schenking voor studie, beroepsopleiding of de eigen woning betreft. Bijvoorbeeld voor de verwerving van een eigen woning of de aflossing van een eigenwoningschuld of restschuld van een vervreemde eigen woning.
In 2017 extra schenken voor eigen woning
Als u wilt schenken voor de eigen woning, kan het aan te raden zijn dat pas na 1 januari 2017 te doen. Vanaf 1 januari 2017 kan iedereen namelijk maximaal € 100.000 schenken aan een ander tussen 18 en 40 jaar zonder dat daarover schenkbelasting is verschuldigd. U hoeft het gehele bedrag van € 100.000 niet in een jaar te schenken. Het onbenutte deel kunt u gespreid toepassen over een periode van hooguit twee jaren die direct volgen op het eerstgenoemde kalenderjaar. Houd er wel rekening mee dat de toepassing van de verhoogde vrijstelling wordt beïnvloed als eventueel in een voorgaand jaar al een eenmalig verhoogde schenking werd toegepast.
Tip! De begiftigde mag de leeftijdsgrens niet overschrijden, ook niet als u gespreid schenkt. Heeft degene aan wie u wilt schenken de 40-jarige leeftijd al bereikt, maar is de partner wel jonger, dan kan de € 100.000-vrijstelling toch worden toegepast.
Laat € 100.000-vrijstelling niet verdampen
Als in 2015 of 2016 gebruik wordt gemaakt van de eenmalig verhoogde schenkvrijstelling (van maximaal € 52.752 respectievelijk € 53.016) voor de eigen woning, kan de schenker in 2017 of 2018 zijn eerdere schenking nog aanvullen tot € 100.000. Let wel, deze aanvulling bedraagt maximaal het verschil tussen € 100.000 en de maximale eenmalig verhoogde vrijstelling. Was de schenking in 2015 of 2016 lager dan de geldende maximale vrijstelling, dan kan de vrijstelling van een ton uiteindelijk niet volledig worden benut.
Claim de ‘inhaalvrijstelling’ in 2016
Ingeval van schenking van ouders aan een kind tussen 18 en 40 jaar kan slechts in één kalenderjaar de gewone vrijstelling van € 25.449 òf de extra verhoogde vrijstelling van € 53.016 (bedragen in 2016) worden toegepast. Heeft u echter de verhoogde vrijstelling toegepast vóór 1 januari 2010, dan mag alsnog gebruik worden gemaakt van de aanvullende ‘inhaalvrijstelling’ van € 27.567 (bedrag 2016). Maar dat mag alleen als uw kind of zijn partner nog geen 40 jaar is, en de schenking wordt besteed aan de eigen woning. En wilt u in 2017 of 2018 weer een belastingvrije schenking kunnen doen voor de eigen woning? Dat kan tot een bedrag van € 46.984 belastingvrij, mits in 2015 of 2016 gebruik is gemaakt van de ‘inhaalvrijstelling’.
Alleen in 2017 nog aftrek scholingskosten
Vanaf 2018 zijn scholingskosten voor een opleiding of studie gericht op een (toekomstig) beroep niet meer aftrekbaar.
Onderhoudskosten monument
In tegenstelling tot wat op Prinsjesdag was aangekondigd, wordt de monumentenaftrek (onderdeel van de persoonsgebonden aftrekpost) niet geschrapt. Dat betekent dat particuliere eigenaren van rijksmonumenten in ieder geval tot 2018 80% van de onderhoudskosten van een monumentenpand in aftrek kunnen brengen. Het gaat hier overigens om eigen woningen en woningen in box 3. Behoort uw monumentpand tot het ondernemingsvermogen, dan zijn de (zakelijke) kosten gewoon aftrekbaar.
Schenk voordelig aan culturele instelling
Wilt u dit jaar nog extra fiscaal voordelig schenken aan een goed doel? Als u schenkt aan een culturele algemeen nut beogende instelling (ANBI), geniet u meer fiscaal voordeel dan wanneer u schenkt aan een gewone ANBI. Deze gift levert namelijk een aftrekpost op van 125% in plaats van 100% van het geschonken bedrag. De extra aftrek van 25% is echter gemaximeerd op € 1.250. Deze faciliteit vervalt per 31 december 2017.
Laatste kans aftrek kinderalimentatie
De aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van kinderen is per 1 januari 2015 al komen te vervallen. Wel kunt u de waarde van een kinderalimentatieverplichting in 2015 en 2016 nog als schuld opvoeren in box 3. Met ingang van 1 januari 2017 is dat niet meer mogelijk.
Kom het periodiek verrekenbeding na
Wanneer u op huwelijkse voorwaarden bent getrouwd en daarin is een periodiek verrekenbeding opgenomen, denk er dan aan die afrekening ook over dit jaar nog op te stellen. Wanneer er niet verrekend is, bestaat het risico dat er bij einde huwelijk (door scheiding of overlijden) afgerekend wordt alsof er gemeenschap van goederen was.
Tip! Een periodiek verrekenbeding dat jarenlang niet is uitgevoerd, kan worden ‘gerepareerd’ door de te verrekenen bedragen alsnog te berekenen en de uitkomst vast te leggen in een vaststellingsovereenkomst. Vervolgens moet het beding wel jaarlijks worden uitgevoerd of de huwelijkse voorwaarden moeten worden aangepast op dit punt.
Betaal uw lijfrentepremie in 2016
Voor personen met een pensioengat kan het sluiten van een (bruto) lijfrentepolis een goede oplossing zijn. De premies betaald voor een dergelijke regeling zijn in beginsel binnen bepaalde grenzen fiscaal aftrekbaar. In eerste instantie is de aftrek van lijfrentepremie beperkt tot de zogenoemde jaarruimte. Bovendien is het van belang dat u de lijfrentepremie die u wilt aftrekken in 2016 ook echt dit jaar nog betaalt.
Heffingsvrij vermogen stijgt
Het heffingsvrije vermogen in box 3 stijgt in 2017 van € 24.437 (bedrag 2016) tot € 25.000 per persoon. Met een fiscale partner is uw heffingsvrije vermogen in 2017 dus € 50.000.
Heffingssystematiek box 3 verandert
Vanaf 2017 kent box 3 niet meer een vast fictief rendement, maar drie schijven. Verondersteld wordt dat u naarmate uw vermogen groter wordt, relatief meer gaat beleggen en een hoger rendement kunt behalen. Voor sparen is het verondersteld rendement 1,63% en voor beleggen 5,39%. Het belastingtarief blijft 30%.
Schijf | Box 3 belast vermogen (€) | Fictief rendement (afgerond) |
1e | 0 t/m 75.000 | 2,87%1 |
2e | 75.001 t/m 975.000 | 4,60%2 |
3e | Vanaf 975.001 | 5,39%3 |
1 67% x 1,63% + 33% x 5,39%
2 21% x 1,63% + 79% x 5,39%
3 0% x 1,63% + 100% x 5,39%
Deze box 3-heffing kunt u voorkomen door het onderbrengen van box 3-vermogen in een (Spaar-) B.V. Hiermee kunt u een aanzienlijke belastingbesparing realiseren.
Verlaag toekomstige Wlz-bijdrage
Uw box 3-vermogen is relevant voor de inkomstenbelasting maar ook bijvoorbeeld voor de toekenning van toeslagen. Bij de toekenning van de huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebonden budget geldt namelijk een vermogenstoets. Ook de eigen bijdrage voor Wlz-zorg (voorheen AWBZ) is mede afhankelijk van het box 3-vermogen op de peildatum (1 januari). Het kan daarom raadzaam zijn uw box 3-vermogen voor 1 januari 2017 te verlagen door bijvoorbeeld schenkingen te doen, geen voorlopige belastingteruggaaf aan te vragen, inbreng in een (Spaar-) B.V. of met eigen geld de eigenwoningschuld af te lossen (daar kan wel een vermindering van hypotheekrenteaftrek tegenover staan).
Let op! Bij bepaling van de Wlz-bijdrage wordt gekeken naar uw vermogen van twee jaar geleden. Een verandering in dit vermogen (bijvoorbeeld door nu te schenken) heeft dus pas twee jaar later effect.
Vermogen verzwegen? Inkeren!
Verzweeg u inkomen of vermogen? Geef dat alsnog op en maak daarbij gebruik van de inkeerregeling.
Eigenwoninglening registreren bij fiscus
Financierde u in 2016 uw woning met een lening van een partij die niet verplicht is dat aan de Belastingdienst door te geven? Bijvoorbeeld familie of uw B.V.? Dan hoeft u dat niet meer door te geven met een online formulier op de site van de Belastingdienst, maar u kunt het aangeven bij uw aangifte inkomstenbelasting (over 2016). Ook als u een bestaande lening in 2016 wijzigde kan dat. Alleen als u de hypotheeklening in de aangifte opgeeft heeft u recht op hypotheekrenteaftrek in uw aangifte inkomstenbelasting, mits uiteraard ook aan de overige reguliere voorwaarden voor hypotheekrenteaftrek is voldaan.
Let op! Financierde u al in 2015 uw woning met een lening van familie of uw BV en deed u nog geen aangifte over 2015 omdat u daar uitstel voor vroeg? Geef dan de gegevens over uw lening voor 31 december 2016 nog wel aan de Belastingdienst door met het formulier ‘Opgaaf lening eigen woning’ (via de website van de Belastingdienst).
Betaal hypotheekrente alvast vooruit
Bereikt u in 2017 de AOW-leeftijd of valt u vanwege een andere reden onder een lager belastingtarief, betaal dan in 2016 nog de hypotheekrente die betrekking heeft op de periode tot 1 juli 2017. U betaalt minder belasting doordat u deze rente dan tegen een hoger tarief aftrekt. Ook behaalt u misschien een klein voordeel door de iets hogere renteaftrek in box 1 (verschil van 0,5%) en de verlaging van uw box 3-vermogen.
Stel verkoop eigen woning even uit
Bent u van plan om binnenkort uw schuldenvrije woning te verkopen en niet direct een nieuwe woning aan te kopen? Overweeg daarmee te wachten tot na 1 januari 2017. Verkoopt u uw woning vóór die datum, dan valt de ontvangen koopsom namelijk in 2017 in box 3 en telt deze mee voor de vermogensrendementsheffing. Verkoopt u de woning op bijvoorbeeld 6 januari 2017, dan valt de koopsom in dat jaar nog niet in box 3.
Los eigenwoningschuld af
Het kan in bepaalde gevallen voordelig zijn om uw eigenwoningschuld (gedeeltelijk) af te lossen. Heeft u bijvoorbeeld nog een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek met een vrij hoge rente en belast vermogen in box 3 dat u kunt missen? Als het rendement op dat vermogen lager is dan wat u netto aan hypotheekrente betaalt, is aflossen waarschijnlijk interessant. Informeer in dat geval hoeveel u boetevrij kunt aflossen. Meestal is dat maximaal 10% van het (openstaande) hypotheekbedrag per jaar. Als u voor 1 januari 2017 aflost, behaalt u hierbij een box 3-voordeel van maximaal afgerond 1,63% (2017, derde schijf box 3) van het bedrag van de aflossing. Indien geen of slechts een kleine hypotheekschuld overblijft, betaalt u ook nog eens geen inkomstenbelasting over de inkomsten uit eigen woning (eigenwoningforfait).
Breng hypotheek naar box 3
Door de huidige lage hypotheekrente en de nieuwe forfaitaire rendementen in box 3, kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om uw eigen woningschuld niet in box 1 maar in box 3 te laten vallen. Heeft u een groot belast vermogen in box 3? Dan kan de hypotheekschuld in box 3 leiden tot een lagere belastingheffing dan in box 1.
Profiteer van vervallen tijdklemmen
Een van de voorwaarden om onder de huidige regeling een inkomstenbelastingvrijstelling te kunnen benutten bij het tot uitkering komen van een oude kapitaalverzekering eigen woning, een spaarrekening eigen woning of een beleggingsrecht eigen woning is dat tenminste 15 of 20 jaar jaarlijks premies zijn voldaan (de tijdklem). In sommige situaties kan men daar niet aan voldoen. In de wet worden per 1 januari 2017 de vrijstellingen die in de praktijk daarvoor al bestonden opgenomen en uitgebreid. Dat betekent u voortaan altijd gebruik kunt maken van de vrijstelling als u verhuist (van de ene eigen woning naar de andere), ongeacht de verkoopopbrengst. De eis dat u verlies moet maken bij de verkoop van uw woning vervalt.
Daarnaast is een wijziging aangekondigd ten aanzien van de eerder genoemde tijdklemmen. De lage vrijstelling die na 15 jaar premiebetaling van toepassing is komt geheel te vervallen. Om voor de hoge vrijstelling in aanmerking te komen wordt de eis van 20 jaar premiebetaling niet meer gesteld, maar is dan voldoende dat vanaf de aanvang jaarlijks premie is voldaan binnen de geldende bandbreedte-eis (en uiteraard ook aan de andere voorwaarden is voldaan). Heeft u een spaar- of beleggingshypotheek, dan kunt u jaarlijks aflossen (volgens de voorwaarden van de bank) en het restant ineens wanneer het gespaarde of belegde vermogen gelijk is aan de resterende hypotheek zonder dat u uiteindelijk tegen een heffing van inkomstenbelasting aanloopt. De datum van inwerkingtreding van deze wijziging moet nog bekend worden gemaakt.