Per 1 januari 2017 vindt – voor het eerst sinds de invoering van de vermogensrendementsheffing over vermogen in box 3 – een aanpassing in de regelgeving plaats. Hoewel het parlement deze wijziging al vorig jaar heeft aangenomen, zullen de effecten ervan nu pas duidelijk worden.
Sinds de invoering van de vermogensrendementsheffing werden vermogensbestanddelen in box 3 belast op basis van een forfaitair rendement van 4%, ongeacht het feitelijke rendement. Over dit forfaitaire rendement is dan 30% belasting verschuldigd. Per saldo leidden deze regels dus tot een belastingheffing van 1,2% over de waarde van deze vermogensbestanddelen.
Onrechtvaardig
Met name door de daling van de rente op spaartegoeden werd deze belastingheffing als zeer onrechtvaardig ervaren. Het kabinet heeft daarom vorig jaar een wijziging doorgevoerd, die per 1 januari 2017 van kracht wordt. Het heffingvrij vermogen is verhoogd. Hoeveel belasting er verschuldigd is, is afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Bij een belast vermogen in box 3 tot € 75.000 (per persoon) bedraagt de verschuldigde belasting volgend jaar 0,86%. Is het vermogen groter, dan stijgt dit percentage echter al tot 1,38%. Voor zeer grote vermogens (boven
€ 975.000) neemt dit percentage zelfs toe tot 1,617%.
In het Belastingplan voor 2017 staat dat er binnen enkele jaren een volgende wijziging wordt doorgevoerd in de belastingheffing op vermogen in box 3. Daarbij zal meer rekening worden gehouden met het feitelijke rendement dat met het vermogen wordt behaald.