Het kabinet Rutte III heeft op 10 oktober 2017 het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ gepresenteerd. De belangrijkste fiscale voorstellen daaruit zetten wij voor u in deze special uiteen. De beoogde ingangsdatum van de voorstellen is 1 januari 2019.
De special is verdeeld in de volgende onderwerpen:
- inkomstenbelasting;
- loonheffingen;
- pensioenen;
- Wet DBA/Zzp’ers;
- BTW;
- vennootschapsbelasting;
- dividendbelasting;
- auto’s;
- toeslagen.
Inkomstenbelasting
- Er komt een tweeschijvenstelsel met een basistarief van 36,93% en een toptarief van 49,5%. Het eindpunt van de eerste schijf in de nieuwe tariefstructuur (nu beginpunt derde schijf van circa € 68.000) wordt gedurende de kabinetsperiode bevroren op niveau 2018. Net zoals in de huidige situatie betalen AOW-gerechtigden geen AOW-premie waardoor voor deze groep drie schijven blijven bestaan.
- Aftrekposten, waaronder de hypotheekrenteaftrek en de zelfstandigenaftrek, worden vanaf 2020 in vier jaarlijkse stappen van 3%-procentpunt verlaagd naar het basistarief.
- Verlaging eigenwoningforfait met 0,15% naar 0,60%.
- De regeling ‘geen of beperkte eigen woningschuld’ (Hillenaftrek die eigen woning forfait minimaliseert) wordt over 30 jaar afgebouwd.
- Een verhoging van de algemene heffingskorting met circa € 350.
- Een verhoging van de arbeidskorting met circa € 365.
- De ouderenkorting wordt verhoogd met circa € 160.
- De fiscale aftrekpost voor scholingskosten wordt vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben gehaald.
- Box 2-tarief (o.m. winstuitdelingen uit een BV) wordt in verband met verlaging tarief vennootschapsbelasting in stappen verhoogd van 25% naar 28,5% in 2021.
- Voor de vermogensrendementsheffing (box 3) wordt sneller aangesloten bij het werkelijk rendement van spaartegoeden en het heffingvrije vermogen wordt verhoogd naar € 30.000 (€ 60.000 voor paren). Een stelsel van box 3-heffing op basis van werkelijk rendement zal worden uitgewerkt.
Loonheffing
- Verruiming onbelaste vrijwilligersvergoeding tot maximaal € 1.700 per kalenderjaar (is nu € 1.500).
- Beperking belastingvoordelen voor expats. De looptijd van de 30%-regeling wordt verkort van acht naar vijf jaar.
Pensioenen
Het nieuwe kabinet wil het pensioenstelsel vernieuwen voor 2020. De sociale partners moeten de plannen vormgeven. In de loop van 2018 moet op hoofdlijnen overeenstemming zijn bereikt zodat daarna kan worden begonnen met het maken van wetgeving.
Er moeten individuele spaarpotten komen in plaats van het huidige systeem waarbij gespaard wordt in een algemene pot waaruit iedereen zijn pensioen krijgt uitgekeerd. Wel blijft het gedeelde risico in stand.
Wet DBA/zzp’ers
De Wet DBA wordt afgeschaft. De nieuwe wet moet enerzijds (de inhuurder van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen:
- Voor zzp’ers is altijd sprake van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief in combinatie met een langere duur (dan drie maanden) van de overeenkomst, of een laag tarief in combinatie met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten. Er wordt één tarief gekozen om voor de gehele markt de onderkant af te bakenen. Dit lage tarief zal vermoedelijk liggen in een bandbreedte tussen de € 15 en € 18 per uur.
- Voor zelfstandigen boven het ‘lage’ tarief wordt met een ‘opdrachtgeversverklaring’ vooraf duidelijkheid en zekerheid gegeven bij de inhuur van zelfstandig ondernemers.
- Het begrip ‘gezagsverhouding’ wordt verduidelijkt (bijvoorbeeld dat het enkel moeten bijwonen van een vergadering op zichzelf geen indicatie van gezag is). De gezagsverhouding zal voortaan meer getoetst wordt op basis van de materiële in plaats van formele omstandigheden.
- Een gewenningsperiode. Na invoering van de nieuwe wetgeving geldt maximaal een jaar een terughoudend handhavingsbeleid (onder andere geen boetes na eerste controle), waarin de Belastingdienst een coachende rol heeft en partijen helpt bij de toepassing van de nieuwe regelgeving.
BTW
Het lage btw-tarief van 6% wordt verhoogd naar 9%.
Vennootschapsbelasting
- Verlaging vennootschapsbelastingtarief met in 2019 een 1%-punt, in 2020 met nog eens 1,5%-punt en in 2021 daarbovenop nog eens 1,5%-punt. Daarmee komen de tarieven in 2021 op 16 en 21% uit.
- Terugdraaien verlenging tariefopstapje. De stapsgewijze verlenging van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting van € 200.000 naar € 350.000 (vanaf 2018, vastgelegd in Belastingplan 2017) wordt teruggedraaid waardoor de schijfgrens ook na 2017 € 200.000 bedraagt.
- Beperken afschrijving gebouwen in eigen gebruik in de vennootschapsbelasting tot maximaal 100% van de WOZ-waarde (is nu 50%).
- Beperking van de renteaftrek en versobering om in de vennootschapsbelasting om met verliezen te schuiven over de jaren heen.
- Versoberen verliesverrekening. Voorwaartse verliesverrekening wordt beperkt tot zes jaar (is nu negen jaar).
- Effectief tarief innovatiebox naar 7% (is nu 5%).
Dividendbelasting
- De dividendbelasting wordt bijna helemaal afgeschaft. Er blijft wel een bronheffing op dividenden bestaan in misbruiksituaties en bij betalingen naar landen met zeer lage belastingen (low tax jurisdictions).
- Invoering van een bronbelasting op rente en royalty’s op uitgaande financiële stromen naar low tax jurisdictions om brievenbusconstructies tegen te gaan.
Auto’s
Uitfasering van de fiscale stimulering van emissieloze auto’s wordt in lijn gebracht met de ambitie dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn.
Toeslagen
- Het punt waarop de inkomensafhankelijke afbouw van het kindgebonden budget voor paren begint wordt verhoogd met circa € 16.500.
- Verhoging van de kinderopvangtoeslag en de kinderbijslag.