We gaan uit van een man van 65 jaar, die vanaf 1 januari 2017 een uitkering uit de BV moet gaan krijgen uit een opgebouwde stamrechtverplichting van € 100.000. De man kiest ervoor om deze stamrechtverplichting verdeeld over 15 jaar uit te betalen aan privé.
Bij het bepalen van de hoogte van de uitkering moet de commerciële rekenrente gebruikt worden. Deze bedroeg per 1 januari 2017 ongeveer 1%. Uit de actuariële berekening blijkt dat de man, uitgaande van een rekenrente van 1% en een stamrechtverplichting van € 100.000, 15 jaar lang een uitkering kan krijgen van € 7.861.
Met de fiscale rekenrente van 4% heeft de BV voor dezelfde uitkeringen (15 jaar lang € 7.861) slechts € 81.995 kapitaal nodig. Bij een rendement van 4% in plaats van 1% heeft de BV op papier minder kapitaal nodig om dezelfde uitkeringen te kunnen doen. De Hoge Raad heeft bepaald dat de BV die rekenrente van 4% moet hanteren. (Lees hier meer).
Het papieren verschil van € 18.005 (= € 100.000 – € 81.995) valt in het jaar dat de uitkeringen opgestart zijn vrij in de winst van de BV. Deze schijnwinst is belast tegen 20% vennootschapsbelasting.
Terug naar fiscaal voordelig uitkeren
“Altijd een snelle reactie en indien nodig later een aanvulling met een advies maar altijd de mogelijkheid om zelf te kiezen en duidelijkheid over de kosten” – Henk uit Oss